Binnen passend onderwijs wordt gewerkt met 2 soorten ondersteuning: basisondersteuning en extra ondersteuning.
Basisondersteuning
Basisondersteuning is de ondersteuning waarvan is afgesproken dat elke school in het samenwerkingsverband die zelfstandig moet kunnen bieden: de ondersteuning die voor alle leerlingen beschikbaar is op alle scholen. De beschrijving van onze basisondersteuning bestaat uit 10 standaarden en een overzicht van de onderwijsbehoeften waarvan we verwachten dat scholen daar zelfstandig aan tegemoet kunnen komen.
Is er binnen de basisondersteuning begeleiding nodig dan bekostigen scholen dat uit eigen middelen. Ook krijgt elke basisschool een bedrag per leerling van het samenwerkingsverband om de basisondersteuning te onderhouden en ontwikkelen.
Extra ondersteuning
Als de onderwijsbehoeften de mogelijkheden van een reguliere basisschool overstijgen dan kan een beroep gedaan worden op het samenwerkingsverband; op de extra ondersteuning. Er zijn verschillende vormen:
- elk schoolbestuur krijgt een bedrag per leerling voor de extra ondersteuning. Dit is bestemd voor de ondersteuning van leerlingen met leerproblemen en/of gedragsproblemen op de scholen en dan met name in de vorm van extra handen in de klas of op school.
- via het loket van Kind op 1 is er een budget voor ondersteuning van leerlingen met fysiek/medische problemen en/of zeer moeilijk lerende leerlingen. Ook hier gaat het om handen in de klas.
- via het loket van Kind op 1 is er een crisispotje voor ondersteuning die niet te voorzien was en die een onevenredig beroep doet op het budget bij 1.
- via het loket van Kind op 1 zijn er ambulant begeleiders beschikbaar voor alle typen ondersteuningsvragen van leerlingen en scholen. Wel dient de aanvraag gerelateerd te zijn aan de onderwijsbehoeften van een leerling.
- via het loket van Kind op 1 kunnen er toelaatbaarheidsverklaringen afgegeven worden voor speciaal (basis)onderwijs.
In de gevallen 2 t/m 5 is de inschatting aan het loket of er sprake is van extra ondersteuning en in welke vorm. Het budget voor de eerste vorm is bewust in handen gegeven van de schoolbesturen om de inzet hiervan flexibeler en sneller in te kunnen zetten daar waar nodig. Scholen vertellen het samenwerkingsverband achteraf waar dit budget voor is ingezet.