Passend onderwijs bieden wij niet alleen. Er is een onmiskenbare link met de jeugdhulp. Niet alle kinderen in de regio bezoeken (voltijds) een school van Kind op 1. En soms hebben kinderen meer ondersteuning nodig dan alleen vanuit het samenwerkingsverband.

De grens tussen onderwijsondersteuning en jeugdhulp is niet altijd duidelijk. We proberen hierin met gemeenten steeds meer op 1 lijn te komen en waar mogelijk samen te werken. Gemeenten en ouders/verzorgers bepalen de keuze voor de zorgaanbieders.

Samenwerking
Het is fantastisch als een school en ouders samen met een jeugdhulpaanbieder er voor kunnen zorgen dat een kind weer naar school komt, dat een kind meer zelfvertrouwen krijgt, dat een kind oefent in sociale vaardigheden en dat dan ook op school kan toepassen, dat school en ouders weer op 1 lijn komen over wat nodig is voor een kind enz. Jeugdhulp en onderwijs kunnen elkaar versterken in de ontwikkeling van een kind. We ontmoeten elkaar daarom graag in overleggen. Dat werkt vooral goed als scholen in zo’n overleg als professioneel partner worden gezien en aangesproken. De verbinding en het vertrouwen tussen school en ouders is onontbeerlijk voor een kind. Wij moeten als begeleiders altijd ons best doen dat vertrouwen te bewaren en waar nodig te herstellen of versterken.

Kind op 1 en jeugdhulpaanbieders werken beiden in het domein ondersteuning. Ieder met een eigen specialisme. Kinderen bewegen zich echter dwars door alle domeinen heen en de problemen beperken zich vaak niet tot 1 leefgebied. We hebben elkaar nodig en zitten soms in elkaars vaarwater. Onontkoombaar, soms lastig en vaak heel krachtig als het ons goed lukt. Daar gaan we voor.

Visie
In het ondersteunen van onze scholen en de leerlingen werken wij vanuit een handelingsgerichte visie. Deze visie heeft sterke overeenkomsten met oplossingsgericht werken. We merken soms verschillen in visie in de samenwerking. Dat kan voor leerlingen, hun ouders/verzorgers en de scholen soms lastig zijn. Het lijkt ons goed dit uit te wisselen.

Een opvallend verschil is soms het omgaan met diagnoses. Bij ons krijgt niemand een arrangement omdat hij (bijvoorbeeld) autisme heeft. Kinderen die meer nodig hebben dan de basisschool kan bieden (en dat kan voortkomen uit autisme) krijgen een arrangement. Ook gaat niemand naar het speciaal onderwijs vanwege een stoornis of een bepaald IQ. Ook dit wordt bepaald door de afweging welke school kan bieden wat een kind nodig heeft. Ook reguliere scholen begeleiden volop kinderen met allerlei IQ-scores en/ of bepaalde stoornissen. Wij hebben dus last van conclusies in verslagen en gesprekken als: “uw kind heeft…..wij adviseren speciaal onderwijs” of “vraag maar een arrangement aan, want uw kind heeft….” Wij gaan altijd uit van wat een kind nodig heeft i.p.v. wat een kind heeft. Hou het in de advisering graag bij “overleg met de school in hoeverre zij ….”

Een belangrijke pijler in het handelingsgericht werken is de driehoek leerkracht, ouders/verzorgers en kind. Zij zullen het samen moeten doen en zij moeten dus in hun kracht gezet worden. Onze rol is met name ondersteunend, we nemen het niet over, we helpen het zelf te (gaan) doen.

Contacten en contracten
We krijgen vaak vragen van zorgaanbieders voor contacten. Ook willen praktijken vaak helpen op scholen en vragen ons om een ingang. Alle zorgaanbieders met wie we samenwerken zijn ‘binnengekomen’ via het onderwijs (voorheen op de loonlijst bij een schoolbestuur en van daaruit al actief) of via scholen. Het is voor ons ondoenlijk om een goede match te maken tussen vraag en zorgaanbieder als we die aanbieder niet kennen vanuit de praktijk. Als een aanbieder al betrokken is bij een kind en de school wil graag met die specifieke partij samenwerken, dan nemen we dat absoluut in overweging. Zo leren we soms (voor ons) nieuwe zorgaanbieders kennen waarna de contacten soms uitbreiden. Op basis van positieve ervaring dus. We kijken daarbij natuurlijk sterk of er gewerkt wordt volgens onze visie.